(m3p2c / m4p2) Mondeling: het telefoonalfabet
Aan de telefoon, in een hotel, bij de douane; het kan zomaar gebeuren dat je je naam moet spellen voor iemand achter de balie. Dan is het handig om het zogenoemde telefoon-alfabet te kennen. Woordjes die je gebruikt om de beginletter aan te geven. Als ik mijn achternaam moet spellen, dan zeg ik:
Dietrich - Richard - Anton - Gustav - Theodor - Siegfried - Martha - Anton. En mijn voornaam: Ypsilon - Anton - Dietrich - Ida
Tijdens je mondeling moet je een aantal woorden, namen en begippen moeten kunnen spellen. Je eigen voor- en achternaam, je straatnaam en je woonplaats bijvoorbeeld.
Leer daarom hier het Duitse telefoonalfabet en ga oefenen met het spellen van je eigen voor- en achternaam!
A = Anton
B = Berta
C = Cäsar
D = Dietrich
E = Emil
F = Friedrich
G = Gustav
H = Heinrich
I = Ida
J = Julius
K = Kaufmann
L = Ludwig
M = Martha
N = Nordpol
O = Otto
P = Paula
Q = Quelle
R = Richard
S = Siegfried
T = Theodor
U = Ulrich (oe)
V = Viktor
W = Wilhelm
X = Xanthippe
Y = Ypsilon
Z = Zacharias
Leer ook deze zinnen:
Können Sie bitte Ihre Vorname / Nachname / Adresse / Wohnort / Postleizahl buchstabieren?
(kunt u uw voornaamnaam / achternaam / adres / woonplaats / postcode spellen?)
Dit gesprek moet je voorbereiden:
Gast: Guten Tag, haben Sie noch ein Zimmer Frei?
(Goedendag, heeft u nog een kamer vrij?
Receptionist: Einzelzimmer oder Doppelzimmer?
(Een eenpersoonskamer of een tweepersoonskamer?)
Gast: Ein Doppelzimmer, bitte. Für zwei Nächte
(Een tweepersoonskamer graag. Voor twee nachten)
Receptionist: Habe ich noch
(Die heb ik nog vrij)
Gast: Wie teuer ist es?
(Hoe duur is het?)
Receptionist: 70 Euro pro Zimmer, pro Nacht
(70 euro per kamer per nacht)
Gast: Ich nehme das Zimmer
(Ik neem de kamer)
Receptionist: Ihr Name bitte?
(Uw naam alstublieft)
Gast: Mein Name ist ....
(Mijn naam ist ....)
Receptionist: Postleitzahl, Wohnort und Ihre Telefonnummer bitte?
(Postcode, woonplaats en uw telefoonnummer alstublieft?)
Gast: Mein Postleitzahl ist ... , ich wohne in .... und mein Telefonnummer ist ......
(Mijn postcode is ....., ik woon in ..... en mijn telefoonnummer is .......)
Receptionist: Alles Klar. Können Sie hier bitte unterschreiben?
(Dat was het. Mag ik alstublieft uw handtekening?)
Gast: Natürlich. Bitte sehr
(Natuurlijk, alstublieft)
Receptionist: Danke schön
(Dank u wel)
Deze toets telt niet mee voor je PTA, maar komt wel op je rapport en telt mee voor de overgang