(bkt1p3e) Proefwerk periode 3: Schritt 13 tot en met 19 (31 maart-4 april 2025)
1 Vervoegen regelmatige werkwoorden (boek 2 pagina 18) Klik HIER voor meer informatie en filmpje
2 Lidwoorden der/die/das en ein/eine (boek 2 pagina 65) Klik HIER voor meer informatie en filmpje
3 getallen 0-75 (Boek 2 pagina 150) Klik HIER voor meer informatie en filmpje
4 woordjes (boek 2 pagina 144 Schritt 13 + schritt 16)
5 Duitse zinnetjes. Staan NIET in je boek maar wel HIER op de site.
4 woordjes
1 aankruizen = ankreuzen
2 de aanmelding = die Anmeldung
3 de beginnerscursus = der Anfängerskurs
4 skiën = Skifahren
5 snowboarden = snowboarden
6 de skileraar = der Skilehrer
7 de tweepersoonskamer das Doppelzimmer
8 de eenpersoonskamer Das Einzelzimmer
9 huren = mieten
10 de maand = der Monat
11 de maanden = die Monate
12 het formulier = das Formular
13 invullen = ausfüllen
14 overnachten = overnachten
15 januari = der Januar
16 februari = der Februar
17 maart = der März
18 april = der April
19 mei = der Mai
20 juni = der Juni
21 juli = der Juli
22 augustus = der August
23 september = der September
24 oktober = der Oktober
25 november = der November
26 december = der Dezember
27 de broers en zussen = die Geschwister
27 de broers = die Brüder
29 de zussen = die Schwestern
30 de ouders = die Eltern
31 het vmbo = die Hauptschule
32 de tweede klas = die Hauptschule
33 de stad = die Stadt
34 het dorp = das Dorf
35 het station = der Bahnhof
36 de metro = die U-Bahn
37 de bus = der Bus
38 de trein = der Zug
39 de tram = die Straßenbahn
40 Nederlander = der Niederländer
41 het huisdier = das Haustier
42 de huisdieren = die Haustiere
43 geen = kein(e)
44 de kamer = das Zimmer
45 delen = teilen
46 met = mit
47 ik kan = ich kann
48 bang zijn voor... = Angst haben vor...
49 in de buurt van... = in der Nähe von...
50 in het centrum = im Zentrum