MAVO 3 =
heeft in periode 1 GEEN toetsen in de toetsweek!
MAVO 4 =
(m4p1e)
Praktische opdracht
Gedurende de hele periode krijg je tijd om te werken aan je praktische en creatieve opdracht. Lees deze opdracht goed door! Hij lijkt enorm groot en dus veel werk, maar je krijgt tijdens de lessen Duits tijd om eraan te werken én je hebt een hele periode de tijd. Tijdens de toetsweek heb je een kort mondeling waarbij je je opdracht presenteert.
Je praktische en creatieve opdracht bestaat uit verschillende opdrachten:
1 Een mini speelfilm
2 Een artikel over je profielkeuze
3 Een Powerpointpresentatie over een bekende Duitser (top 10 die we behandeld hebben)
4 Een zelf getekende kaart van Duitsland met daarin de 10 belangrijkste steden ingetekend plus bij elke stad een korte omschrijving
5 Een wordcloud met 15 woorden die op jou van toepassing zijn
6 Een interview met iemand die voor zijn of haar werk vaak te maken heeft met Duitsland
Hier per deelopdracht de details over wat je moet doen:
1 Een mini speelfilm
Je maakt een korte speelfilm waarin je karakters Duits met elkaar spreken. Je mag zelf in beeld maar dat hoeft niet. Je kan in plaats daarvan ook gebruik maken van speelgoed zoals knuffels, lego, playmobiel, barbiepoppen.
Ieder maakt zijn eigen filmpje, maar uiteraard kan je elkaar wel helpen. Je film voldoet aan de volgende eisen:
- Minimaal 2 minuten
- Minimaal twee karakters die met elkaar praten
- Je karakters praten Duits met en tegen elkaar
- Je maakt een afgerond verhaal, dus met een begin en een logisch einde
- kies iets van een soort film (actie, comedy, drama, enge film, gangster) dat je wil maken
- Zoals elke echte film heeft ook die van jou een Duitse titel die past bij het verhaal
Je krijgt tijdens de lessen Duits tijd om eraan te werken, vragen te stellen of om feedback.
Er is geen regel over een minimaal aantal woorden of zinnen die je moet uitspreken, maar zorg dat er genoeg is om te beoordelen. Zitten er teveel stiltes in je film, dan reken ik dan mee in de beoordeling. Je mag voor de vertaling van zinnen gebruik maken van translate, een woordenboek of mijn hulp.
2 Je schrijft een artikel over jouw profielkeuze in het Duits. Je vertelt iets over:
- waarom je voor dit profiel hebt gekozen
- wat je zoal doet tijdens de praktijkdagen
- wat er zo leuk aan is om te doen
- welke beroepen je later kunt doen met dit profiel
Je schrijft je artikel eerst in het Nederlands en tijdens de lessen gaan we aan de slag met de vertaling. Hier mag je mij om hulp vragen en gebruik maken van een woordenboek. Bij dat artikel komen twee foto's die je gemaakt hebt op de afdeling en die te maken hebben met wat je zoal doet.
Dit artikel is minimaal 300 woorden
3 Een Powerpoint over een bekende Duitser
Je ontwerpt een powerpoint waarin je alles vertelt over een van de bekende Duitsers die je in deze periode hebt leren kennen. Dit mag in het Nederlands.
Je Powerpoint heeft minimaal 7 slides:
- zijn of haar naam, geboorte- (en sterf) datum, beroep en geboorteplaats
- korte biografie (levensloop)
- Waar is hij of zij bekend mee geworden, noem minimaal 4 feiten
- je zoekt een filmpje op van deze persoon , die verwerk je in je powerpoint
- Noem de prijzen, awards, titels etc die deze persoon wellicht heeft gewonnen
- Leg uit waarom je deze persoon hebt gekozen voor je presentatie
- laat minimaal 5 foto's zien uit verschillende periodes uit het leven van deze persoon
4 Een zelf getekende kaart van Duitsland met daarin de 10 belangrijkste steden ingetekend plus bij elke stad een korte omschrijving
Zodra je aan deze opdracht wil beginnen, vraag je aan mij een A3 papier, daarop teken je:
- een zo groot mogelijke kaart van Duitsland, dus de buitengrens. Let op dat je zowel onderaan of aan de zijkant ruimte over hebt voor extra informatie
- Je tekent de deelstaten/provincies/Bundesländer in op je kaart
- Je geeft zo precies mogelijk aan waar de volgende steden liggen: Berlijn, Hamburg, München, Frankfurt, Keulen, Stuttgart,Düsseldorf, Leipzig, Dresden en Bremen. Bij elke stad zet je een nummer (Berlijn 1, Hamburg 2 etc,)
- Aan de zijkant of onderkant komen 10 korte tekstjes, 1 per stad. Hier noteer je de naam van de stad, aantal inwoners, drie bezienswaardigheden en de afstand van Arnhem naar deze stad.
5 Een wordcloud met 15 woorden die op jou van toepassing zijn
Wie ben jij? Wat vind je leuk om te doen? Wat zijn je karaktereigenschappen? Wat maakt jou tot wie je bent? Probeer die vragen te beantwoorden in 15 woorden of omschrijvingen . Denk aan bijvoorbeeld aan: vrolijk, aardig, januari, voetbal, pizza, lezen, wiskunde, groot gezin, twee zussen, hond, vissen, zwart haar, veel vrienden.
Je maakt vervolgens een kleurige 'wordcloud' waarin al deze woorden (plus de vertaling) in zijn te lezen. gebruik kleurpotloden, stiften, verf etc om er echt wat moois van te maken. Google op het woord 'wordcloud' voor wat voorbeelden. Weet je even niet wat voor woorden echt bij jou passen? Interview elkaar en kom zo samen tot een lijst woorden.
Je krijgt van mij een a4 papier waar je vervolgens de opdracht op maakt.
6 Een interview met iemand die voor zijn of haar werk vaak te maken heeft met Duitsland en dus Duits moet spreken
Zoek in je vrienden- , familie- of kennissenkring iemand die voor zijn of haar werk regelmatig contact heeft met Duitsers. Dit interview mag in het Nederlands
Vragen die je stelt:
1 Wat voor werk doe je?
2 Hoe heb je Duits geleerd?
3 Hoe is het om te werken met iemand uit Duitsland?
4 Welke zinnetjes gebruik je heel erg vaak ?
5 Welke woorden zijn handig om te leren? (minimaal 6)
6 Wat is een groot verschil tussen Duitsers en Nederlanders op het werk?
Dit interview werk je uit op papier óf je filmt het hele interview, waarbij zowel jij als degene die je interviewt in beeld is.
Je levert je hele opdracht als één bundel in tijdens de laatste week van de periode. Tijdens de toetsweek heb je 15 minuten met mij waarin je al je opdrachten presenteert. Je krijg één cijfer voor je hele opdracht. (Ik geef elke opdracht een los cijfer. Die cijfers tel ik bij elkaar op en deel die door 6).
Dit cijfer telt mee voor je PTA / examen