basis-kader-TL klas 1
periode 4
(bkt1p4e) Proefwerkweek 4

(bkt1p4e) Proefwerkweek 4

In het laatste proefwerk van leerjaar 1 leer je de volgende dingen:

1 Bezittelijke voornaamwoorden (Zie ook boek 2  pagina 149 2b)   klik HIER voor mee informatie en filmpje
2 herhaling werkwoorden haben  en sein (zie ook boek  2, pagina 147 1A)  klik HIER  en HIER voor mee informatie en filmpje
3 onbepaalde lidwoorden (ziek ook boek 2 pagina 148 2A) Klik  HIER  voor meer informatie en filmpje
4 getallen 0-100  (zie ook boek 2 pagina 150 3A)  klik HIER voor mee informatie en filmpje
5 Woordjes (zie ook boek 2 pagina 145 schritt 20 en pagina 146 schritt 21, alleen de kleuren!!)
6 Zinnetjes. Deze staan niet in het boek maar wel HIER.

4 Woordjes

schritt 20
1 de aap = der Affe
2 de olifant = der Elefant
3 het voer = das Futter
4 voeren = füttern
5 de hond uitlaten = Gassi führen
6 de hamster = der Hamster
7 het huisdier = das Haustier
8 de huisdieren = die Haustiere
9  de hond = der Hund
10 de honden = die Hunde
11 de kip = das Huhn
12 de kippen = die Hühner
13 het konijn = das Kaninchen
14 de konijnen = die Kaninchen
15 de kat = de Katze
16 de katten = die Katzen
17 de kattenbak = das Katzenklo
18 de koe = die Kuh
19  de koeien = die Kühe
20 de leeuw = der Löwe
21 de cavia = das Meerschweinchen
22  het paard = das Pferd
23 de paarden = die Pferde
24  de pony = das Pony
25  de herdershond = der Schäferhund
26  het schaap = das Schaf
27 de schapen = die Schafe
28 het varken = das Schwein
29 de varkens = die Schweine
30 de tijger = der Tiger

schritt 21 alleen de kleuren!
31 zwart = schwarz
32 grijs = grau
33 blauw = blau
34 groen = grün
35 wit = weiß
36 rood = rot
37 geel = gelb
38 bruin = braun
39 orange = orange
40 lila = paars
41 roze = rosa

Deze toets telt 2 keer mee