12 Vervoegen regelmatige werkwoorden (ESTTENTEN). Zie HIER de uitlegvideo
In het Nederlands vervoeg je werkwoorden, waarbij de vorm zich aanpast aan de persoon (ik woon, jij woont, wij wonen, etc) In het Duits werkt dat voor regelmatige werkwoorden hetzelfde. Als je één regelmatig werkwoord kan vervoegen, ken je ze nagenoeg allemaal. Dit wordt door docenten Duits ook wel de ESTTENTEN-regel genoemd.
Neem het werkwoorden 'wohnen' (wonen)
Ich wohne
du wohnst
er/sie/es wohnt
Wir wohnen
Ihr wohnt
sie wohnen
Sie wohnen
Ken je eenmaal deze uitgangen, dan kan je ook werkwoorden zoals 'trinken', 'denken' en machen' vervoegen