(bkt2p1e) Dit moet je leren voor de eerste proefwerkweek (14 tot 18 oktober 2024)
Aan het einde van periode 1 heb je de proefwerkweek. Tijdens deze week heb je geen les, maar maak je enkel toetsen voor verschillende vakken. Je herhaalt in deze periode een deel van de grammatica van vorig jaar.
Dit moet je leren voor periode 1:
Getallen 0-250 (Boek 3 pagina 148) Klik HIER voor meer informatie
woordjes (Boek 3 pagina 50 Schritt 26)
Duitse zinnetjes (let op, deze staan NIET in je boek maar wel HIER)
1 Woordjes
1 afzeggen - absagen
2 Op 23 mei - am 23
3 Op het station - am Bahnhof
4 Tot dan - bis dann
5 Tot morgen - bis Morgen
6 Jawel - Doch
7 Het spijt me - Es tut mir leid
8 Iets van plan zijn - Etwas vorhaben
9 Vroeg - Früh
10 Vroeger - Früher
11 Gisteren - Gestern
12 In de stad - In der Stadt
13 Ik verheug me - Ich freue mich
14 Ziek - Krank
15 Geen tijd hebben - Keine Zeit haben
16 Helaas - Leider
17 Zin hebben in - Lust haben auf
18 Jammer - Schade
19 Al - Schon
20 elkaar zien - Sich sehen
21 elkaar ontmoeten - Sich treffen
22 Afspreken - sich verabreden
23 Laat - Spät
24 Later - Später
25 De afspraak - Der Termin
26 Overmorgen - Übermorgen
27 Verschuiven - Verschieben
28 Voor de bioscoop - Vor dem Kino
29 Te laat - Zu spät
30 Maandag - Der Montag
31 dinsdag - Der Dienstag
32 Woensdag - Der Mittwoch
33 Donderdag - Der Donnerstag
34 Vrijdag - Der Freitag
35 Zaterdag - Der Samstag
36 Zondag - Der Sonntag
5 Duitse zinnetjes
Enschuldigung, darf ich etwas fragen?
(Pardon, mag u iets vragen?)
Ja natürlich, was kann ich für Sie tun?
( Ja natuurlijk, wat kan ik voor u doen?)
Wie komme ich zum bank/Bahnhof/Flughaven/Polizei/Hotel/schloss?
(Hoe kom ik bij de bank/treinstation/vliegveld/politie/hotel/kasteel?)
Gehe ....Meter geradeaus
(Ga ... meter rechtdoor)
Dann die erste/zweite/dritte Straße rechts/links
(Dann die erste/zweite/dritte Straße rechts/links)
Nach ungefähr ... Metern kommen Sie an eine Ampel/ Kreuzung/Keisverkehr/ Brücke
(Na ongeveer ... meter komt u bij een stoplicht/kruising/rotonde/brug)
Bei der Ampel/ Kreuzing/Keisverkehr/ Brücke müssen Sie links/rechts/ geradeaus
(Bij het stoplicht/kruising/rotonde/brug moet u links/rechts/rechtdoor)
Sie gehen über die Brücke
(U gaat de brug over)
Die Treppe hoch/runter
(De trap omhoog/naar beneden)
Gehen Sie hier links/rechts um die Ecke
(Ga hier link/rechts de hoek om)
Dan bent u er. Het duurt ongeveer... minuten
(Dann sind Sie da. Es dauert etwa ... Minuten)
Vielen dank
(Dank u wel)
Gerne
(Graag gedaan)
Deze toets telt 2 x mee